Levensloop

Gent, 06/11/1957)

Krakeelstraat 2
8490 Zerkegem (Jabbeke)
e-post: tijl.waelput@n-va.be

HUIDIGE FUNCTIES BINNEN DE N-VA

  • Voorzitter afdeling Jabbeke

  • STUDIE
  • Licentiaat Tolk Duits-Spaans (Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken, Gent 1980, nu onderdeel van de Universiteit Gent). Proefschrift "Die Reform des belgischen Einheitsstaates - Von der Verfassungsreform 1970 bis zur Verfassungsreform 1980 - Ein Versuch zur Inventarisierung einer neuen staatsrechtlichen Terminologie (Niederländisch - Deutsch).

BEROEP

  • Ondernemer - Uitbater kleinschalige logies

PROFESSIONEEL CURRICULUM

  • Lesgever Spaans en Duits (Provinciaal Handels- en Taalinstituut Gent) en zelfstandig lesgever Nederlands (aan Franse ingenieurs bij staalbedrijf Sidmar in Gent) 1980 - 1982.
  • Reisleider en assistent resident manager voor NUR Touristic Service 1982 - 1992 : verblijf in Griekenland (Kreta), Portugal (Algarve), Spanje (Costa Brava, Costa Blanca, Canarische eilanden Gran Canaria en Tenerife, Mallorca), voormalig Joegoslavië (Kroatië en Montenegro), Tunesië, Sri Lanka, Thailand, Birma (Myanmar), Indonesië.
  • Product Manager bij touroperator Sunsnacks (onderdeel NUR Touristic, nu Thomas Cook) 1992 - 1994
  • Zelfstandig hotelhouder in Brugge 1994 - 2008 : Hotel Botaniek*** en Hotel Jan Brito****
  • Bestuurder ICT bedrijf (2008 tot heden)
  • Uitbater kleinschalig logies, vakantiewoningen Hoeve de Hagepoorter (sinds 2014)

MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT

Tekst hier invullen...

Biografie

Mijn jeugd

Geboren ben ik in Gent op 6 november 1957. Ik groeide op in Gentbrugge, toen een zelfstandige gemeente, sinds 1977 een deelgemeente van Gent. We woonden op de uiterste rand van de Gentse agglomeratie tegen Heusden aan, nog volledig omgeven door weiden, boerderijen en een kleine steenbakkerij. Maar ook het gemeentelijk stort lag slechts een paar honderd meter voor onze neus. Waarschijnlijk heb ik toen mijn portie dioxinen ingeademd. Op mijn plechtige communie vond ik het feest te saai en ging ik in mijn schoon kostuum haaietanden en fossielen zoeken in het opgespoten zand voor de E-17 die toen in aanleg was. Het was een onbezorgde jeugd waarbij ik niet alleen met de scouts van de Hubert De Bruyckergroep (één van de oudste groepen in Vlaanderen!) veel buiten doorbracht. Met mijn broers en vrienden en met mijn honden Zorro en Tarzan trokken we door de velden langs de Schelde, speelden we in de tuin, klommen we in de bomen, verorberden we wortels die we rechtstreeks uit vaders moestuin trokken en plukten de fruitbomen kaal.

Het was op mijn eerste IJzerbevaart, dat ik de Vlaamse microbe meekreeg. Toen gingen daar nog tienduizenden mensen naartoe. Vlaamsgezinden uit het hele land, van alle rangen en standen, met de meest uiteenlopende maatschappelijke ideeën. Vader en moeder ontmoetten er steevast oude bekenden. Het was toen, dat vader af en toe eens iets vertelde over die onvoorstelbare onrechtvaardigheden uit de Eerste Wereldoorlog, over zijn broers die, met veel enthousiasme opgetrokken waren om het vaderland te verdedigen en door hun oversten als drek werden behandeld. Mijn oom octaaf, die na vier jaar legerdienst meteen voor nog eens vier jaar naar het front mocht. Maar vooral de dood van zijn broer Firmin, die zich als minderjarige vrijwillig had opgegeven, had diepe indruk op hem gemaakt. Als achtjarige maakte vader het mee, dat de rijkelijk van decoraties voorziene Franstalige legeroversten hem op zijn sterfbed een valse verklaring deden ondertekenen, dat hij zogezegd al voor de oorlog aan een ongeneeslijke ziekte leed. Zo kon de Belgische staat kosten sparen. In werkelijkheid stierf hij aan door mosterdgas verbrande longen, opgelopen omdat hij aan het front geweigerd had documenten in het Frans (een taal die hij niet begreep) te ondertekenen en daarvoor gestraft werd met gevaarlijke opdrachten (waarschijnlijk in de hoop, dat ze hem overhoop zouden schieten).

Later was het vooral de Gentse advocaat Piet De Pauw die met het pas opgerichte Taal Aktie Komitee mijn rebelse geest aanwakkerde. Honderden ludieke acties om de niet-toepassing van de Belgische taalwetten aan de kaak te stellen, hebben we gevoerd. Twee jaar lang moesten we tegen de racistische burgemeester Nols van Schaarbeek protesteren. Wat begon met een wekelijks belletjetrek bij Nols op zondagmorgen om hem te vragen de taalwet toe te passen, mondde uit in soms zeer bitse betogingen, waar de rijkswacht ons moest beschermen tegen het krapuul van de Schaarbeekse politie. Een afgebroken tand herinnert mij nog aan deze periode ...

Ook toenmalig provincieraadslid en later senator Oswald Van Ooteghem inspireerde mij. Ik richtte als zestienjarige de plaatselijke Volksuniejongeren op en werd een jaar nadien voorzitter van het arrondissementeel bestuur VUJO Gent-Eeklo. Samen met Jo Beirlaan uit Zulte organiseerden we een voettocht van Gent naar Diksmuide ter gelegenheid van de IJzerbedevaart. Daaruit groeide later de Vredesfietseling van Voeren naar Diksmuide.

School

Na de lagere school (Sancta Maria in Gentbrugge), trok ik naar het Koninklijk Atheneum aan de Ottogracht in Gent, bij Sint-Jacobs waar Walter De Buck de kiemen legde voor de moderne Gentse Feesten. Ook op zaterdagmorgen trok ik naar school om er een cursus Russisch te volgen. Na de les bezocht ik steevast de rommelmarkt. Door een saaie leraar en een achterstand die ik opliep door een langdurig verblijf in het ziekenhuis gaf ik Latijn na het eerste jaar op. Ik had zware brandwonden in het gezicht opgelopen bij een scoutsactiviteit. We wilden de olympische spelen naspelen. Bij het aansteken van de fakkel liep het wat mis ... In het hoger secundair werd mij echt bewust, dat talen mijn ding waren. Ik had er aanleg voor en bovendien wou ik in de geest van August Vermeylen "Vlaming zijn om Europeeër te worden". Ik trok naar het Provinciaal Handels- en Taalinstituut aan de Henleykaai om er Moderne Talen te leren. Twee van de leraars, die ik bewonderde om hun schitterende uitspraak en taalkennis, bleken vertaler - tolk te zijn. Ik wist, waar ik heen moest. Ik studeerde vier jaar aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken en koos er de minst gebruikelijke combinatie Duits en Spaans. Van de vier jaar was ik drie jaar de enige met deze combinatie. De opleiding, zeker in de 2 kandidaturen zat toen nog volgepakt met alle mogelijke vakken, volkenrecht, economie, esthetica, geschiedenis, enz. Een docent zei ons : "als vertaler moet je niets kunnen, je moet alles kennen". En hij had gelijk. Om een goede vertaling te maken moet je alles afweten van het onderwerp. Er werd veel gestudeerd, maar onder het motto "het aangename aan het nuttige paren" nam ik de leiding van de "Deutsche Fachschaft" en organiseerde activiteiten om onze kennis van het Duits en de Duitstalige landen te oefenen : spreekavonden, een wijnproeverij, een zangavond met de "ostbelgische Troubadoure" en een revue "Die (nicht) so ganz goldenen Zwanziger Jahre". Prompt volgden de andere taalgroepen en was er wel elke maand een tapas-avond, een Frans of Engels toneelstuk door studenten opgevoerd.

Werken

In 1980 kwam ik op de arbeidsmarkt. Er was toen ook economische crisis en de jobs lagen niet voor het rapen. Ik aanvaardde allerlei tijdelijke opdrachten, voornamelijk in het onderwijs. Zo gaf ik avondlessen Spaans en Duits aan het Provinciaal Handels- en Taalinstituut in Gent en kreeg ik een opdracht om Franse ingenieurs in het staalbedrijf Sidmar in te wijden in het Nederlands. En waren de omstandigheden anders geweest, was ik waarschijnlijk in het onderwijs gebleven. Vooral de lessen voor volwassenen, die vaak na een zware dagtaak nog bijzonder gemotiveerd naar de les kwamen, haalde het beste uit mezelf op onderwijsvlak naar boven. Omdat ik vond, dat er toen geen toegankelijke handleidingen bestonden voor beginnelingen Spaans, zette ik mij (vooral 's nachts) aan het schrijven van een Spaanse spraakkunst die ik in eigen beheer uitgaf. Een combinatie van slechte vooruitzichten op de arbeidsmarkt, mijn wil om er tegen aan te gaan en ook wel een beetje de drang naar het ontdekken van de wereld, leidde ertoe, dat ik reageerde op een advertentie van "Neckermann und Reisen" in Frankfurt (nu het Thomas Cook concern). Na een selectieprocedure en een opleiding in Duitsland vertrok ik als reisleider naar mijn eerste bestemming Kreta. Het was van korte duur want na drie weken werd ik al naar Portugal gestuurd. Een gelukkig toeval. Ik had al wat avondschool gedaan en enkele maanden als vrije student aan de Tolkenschool van Antwerpen Portugees gevolgd. Met die basis en mijn kennis van het Spaans leerde ik in enkele maanden tijd een nieuwe taal. Tien jaar lang trok ik de wereld rond met mijn hebben en houden in 2 koffers. De tijd vloog voorbij. In het begin verhuisde ik om de 6 maand naar een andere bestemming. Later, toen ik wat meer verantwoordelijkheid droeg bleef ik wat langer ter plaatse. Vooral de verre bestemmingen waar ik rondreizen in het Duits begeleidde, waren een echte openbaring. Het bracht mij in contact met het Boeddhisme, de tropische natuur en goedlachse mensen. Maar ook de vele Europese bestemmingen brachten mij een schat aan ervaring. Overal leerde ik op korte tijd de basis van de taal. De plaatselijke bevolking dankte mij hiervoor met veel respect. Het was een heerlijke tijd. Ik beëindigde deze episode als assistent resident manager in Tunesië. Ik had ondertussen Maite leren kennen en vond het tijd om een gezin te stichten. Met dit rondreizende leven was dat moeilijk. Neckermann België had net Sunsnacks gekocht en Wim Desmet, die toevallig op bezoek was in Tunesië, bood mij een job aan als product manager bij Sunsnacks. Zo keerde ik in 1992 terug naar huis en startte bij Sunsnacks in Antwerpen. Het was een hele aanpassing om nu de hele dag aan een bureau te zitten. Het was een moeilijke periode voor de firma en ook voor het personeel. De reissector was volop in verandering. Er was een moordende concurrentiestrijd tussen de toen nog 3 grote tour-operators Sunair, Jetair en Neckermann. De integratie van Sunsnacks/Pegase, met reizen die verkocht werden bij de vrije reisbureaus en Neckermann, met eigen reisbureaus in de groep NUR Touristic, verliep niet van een leien dakje. Na minder dan twee jaar gooide ik het roer om. Met een vroegere collega reisleider sloten we een contract van zelfstandige uitbating voor hotel Botaniek*** in Brugge. Zo verhuisden we in 1994 naar Brugge en zetten we de stap om zelfstandig te worden. Kort nadien waagden we ons samen met de vroegere collega aan de verbouwing van het beschermd monument "Huis de Giey" tot hotel Jan Brito**** dat we van 1995 tot 2008 uitbaatten. Het hotel werd verkocht en we gingen op zoek naar een nieuwe uitdaging. We startten in 2011 met de verbouwing van een bouwvallige hoeve in Zerkegem (Jabbeke) waar we sinds 2014 wonen en de vakantiewoningen Hoeve de Hagepoorter uitbaten.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin